woensdag 30 mei 2012

Crisis? What crisis?!

We kleuren onze Arnhemse straten, onze hoofden, onze kleren weer oranje. We gaan er weer voor. Massaal gaan we weer juichen, schreeuwen, zingen, blèren, haten, liefhebben, zuipen, hossen... de café's in, de pleinen op.

Het is weer EK! De straten kleuren weer oranje en rood-wit-blauw.
Een vreemde opwinding houdt de stad in z'n greep.


Waarom?
Vaak niet voor het voetbal. Ik zie bij WK's en EK's zoveel 'oranjemensen' die ik anders - gelukkig - nooit over voetbal hoor. Van wie ik zelfs dacht te weten dat ze helemaal niets om het mooie spelletje geven.
En dan ineens wel?
Willen we er eens een tijdje vreemd bij lopen? Volwassen poppetjes in een gekke kleuterkleur? Willen we ook eens lekker ongegeneerd in de groep wegduiken? Ongeremd meebrullen en meeschreeuwen? Even niet zien hoe potsierlijk we erbij staan? Is het uit angst omdat je maar alleen bent met je witte overhemd in een zee van oranje?


EK dus. Veel wedstrijden gaan weer tegenvallen. Maar in elk toernooi zijn er wedstrijden die zinderen van spanning. Slijtageslagen. Negentig minuten lang felle duels. Is er een team dat onverwacht mooi voetbalt. Of een keeper die plotseling alle ballen uit de hoek duikt. Of een middenvelder die zijn kansen grijpt. Dan kan voetbal zo verdomde gaaf zijn.

Misschien wordt Afellay wel de revelatie. Of dan toch Van Persie. Of een jonge Portugees. Of Mario Gomez. Of lost Rooney eindelijk eens zijn belofte in.
Op 1 juli is de finale. De uitbarsting. Of zitten de 'oranjemensen' dan al verslagen voor de tv op de camping, of thuis voor de bak? Kijken naar een wedstrijd waar 'wij' hadden moeten staan....


Maandag 2 juli is 't voorbij. Heel langzaam 'ontoranjeën' we die week. Hee... is er ook nog ander leven? Euhh, hoe was 't ook alweer met die rotcrisis? 


Hangt het maandag 2 juli nog?
Of liggen 'we' er al lang uit?

maandag 28 mei 2012

In de rafelranden ademt de stad anders

Rafelranden van de stad. Plekjes waar van alles gebeurt wat niet 'gewoon' is. Waar het leven rommelig kan zijn. Waar mensen wat klooien. Scharrelen. Waar de gemeente de boel een beetje de boel laat en weinig controle heeft.
Elke stad moet zulke plekjes hebben. Anders ben je geen stad.


Aan de rafelranden gebeuren dingen die stadsbestuurders niet altijd graag zien. Of leven mensen die zich net niet helemaal in de stad kunnen handhaven. Soms worden het inspirerende plekken vol creativiteit. Soms lichtelijk crimineel, soms ontdek je er wonderbaarlijk mooie stadsnatuur, soms tref je er eigenzinnige mensen die er hun eigen universum creëren. Soms is het een favoriete hang out voor jongeren die zich even van de kaarsrechte banen van het bestaan losmaken.
In de rafelranden ademt de stad anders. Onregelmatig. Fel.



Rafelrand: hangen aan de Rijnkade. Dreunende muziek
uit de autoboxen, beetje lachen met je maten.




De muren vol graffiti.
Een favoriete plek voor jonkies, dus.
















Rafelranden zijn er niet alleen aan de rand van de stad. Ze kunnen zich onbekommerd midden in de stad bevinden. Het heeft meer te maken met wie er rondscharrelen.
Zo'n plekje is het einde van de Rijnkade, richting Onderlangs. De muren vol graffiti, 's avonds drinkt er volk uit blikken bier. Uit geparkeerde auto's dreunt muziek. Jongens (vooral jongens) hangen op en rond hun auto's. Ze lachen veel. Wat ze doen? Drinken? Blowen? Ouwehoeren over meiden? Over hun dromen? Ik weet het niet. Ik ken ze niet. Toen ik een foto nam keken ze boos: wat doet die vent?


Ze herinneren me aan 'mijn' jaren '70. De Stokvishal aan de Oeverstraat was toen een rafelrand. Daar klitten we samen, waren school en ouders ver weg, speelden bands die je moest zien, liepen de mooie meiden, dronk je bier met vrienden. Die verwaarloosde Oeverstraat was een en al duistere bende waar 's nachts vreemde types rondhingen. Net als op de Rijnkade, toen. De steegjes achter de Korenmarkt waren spannend. Het Spijkerkwartier was een vrijplaats met bordelen, kleine kroegjes, junks, kunstenaars en randfiguren.
Ik ken niet meer zoveel rafelranden. Ligt dat aan mij? Is Arnhem netjes geworden? Of is het heimwee omdat ik net de verfilming van Jack Kerouacs 'On the road' heb gezien?


vrijdag 25 mei 2012

Arnhem vooruit!

Arnhem staat in de Ontwikkeling score aantrekkelijkheidsindex 2006-2011 op de tweede plaats, achter 's-Hertogenbosch! In een tijd waarin we zuchten en kreunen onder een financiële en economische crisis, doet Arnhem het dus hartstikke goed!
Dat blijkt uit de Atlas voor gemeenten, die enkele dagen geleden is gepresenteerd. De indicatoren waarop de gemeenten worden vergeleken zijn onder meer 'algemene informatie', 'bevolking', 'sociaal-economische positie' en 'woonaantrekkelijkheid'.


Uit de krant van 23 mei 2012. Mooi! Arnhem tweede!



Groot compliment
In de totale lijst van aantrekkelijkste steden staan we op de achtste plaats, van de vijftig. Een groot compliment voor onze stad, want steden als Amsterdam, 's-Hertogenbosch en Utrecht staan boven ons, maar we laten toch maar mooi steden als Leiden, Groningen, Breda en Maastricht (!) achter ons.
In de gratis krant Metro las ik commentaren van burgemeesters van enkele steden. Allemaal, zelfs de burgemeester van Emmen, dat laatste staat op plekkie 50, vermelden ze alleen maar positieve zaken over de stad. Ja, zo kan ik het ook!



En achtste op de lijst van aantrekkelijkste steden van Nederland.
















De zon straalt
Want hoe positief kan je dan wel niet zijn over Arnhem? Een stad die bruist van de creativiteit en hartstikke groen is met al die fraaie parken!
Maar wat krijgt iemand die naar onze mooie stad verhuist er ook bij? Ik kijk even op de website van de gemeente,
www.arnhem.nl: gedoe met de woonschepen in de Rijn, mogelijk een megabioscoop bij het station, wat weleens het einde van de fraaie Rembrandt-bioscoop kan betekenen, geldsmijterij en gehakketak rond het kunstencluster, een tamelijk hoge werkloosheid...
Ach, wat zeur ik, dat soort gedoe heb je in alle steden. Wed maar dat in die andere steden ook een en ander mis is! Wij staan niet voor niets achtste!
De zon straalt buiten, er komt een lang Pinksterweekend aan. Ik ga maar 's even de stad in!

vrijdag 18 mei 2012

Genieten in café 't Moortgat

Al enige tijd liep in de Ruiterstraat tussen café 't Moortgat en eetcafé De Stoep ertegenover, een magere, vervallen vrouwelijke junk driftig heen en weer. Ze had een grote plastic AH-tas bij zich. Nou lopen junks wel vaker drifitg en zinloos heen en weer, dus niets nieuws onder de zon.
Het zal ergens in '97 of '98 zijn geweest, ik was net terugverhuisd naar Arnhem en zat op een doordeweekse novembermiddag aan de toog van café 't Moortgat te genieten van een Westmalle Dubbel en las wat ongeïnteresseerd in een krant. Ik zat vooral sfeer te snuiven en naar buiten te staren. Mijn vrouw was naar het werk, ik had een dagje vrij. Er zaten nog enkele andere gasten rustig achter hun biertje. Krantje erbij. Jaren '60-muziekje. Het schemerde buiten al.


Café 't Moortgat, vroeg in de middag. Het is nog gesloten.
Maar de ware caféganger 'ruikt' al dat dit een gaaf cafeetje is.


























Ik zag dat de junk buiten plotseling haar drifig geloop staakte. Ze stopte en lichtte snel enkele bloempotten met (plastic?) bloemetjes die aan de gevel van De Stoep hingen, van de haakjes. De potten verdwenen rap in de tas en weg was ze. Ik zag 't. De anderen ook.
Niemand zei wat. We namen rustig een slok. We zaten in onze eigen luchtbel in de tijd.
Na een minuutje zei iemand traag: "Zo, die heeft 'r Sinterklaasinkopen ook binnen..."
Niemand lachte. We zwegen. Ik vond 't een fijne opmerking. Dat vonden we allemaal, daar aan de toog. Maar we dronken rustig verder, zonder een woord.


De Ruiterstraat: links 't Moortgat, rechts De Stoep.
Vind ik ook mooi: op de lange muur van
 't Moortgat staat al decennialang het woord 'rebel' gekalkt.













Dit was waar ik me op had verheugd toen ik weer terugverhuisde naar Arnhem. De sfeer van café 't Moortgat. Bruin, donker, oud hout, kleverige toog. Sinds het begin, ergens in de jaren '70, is godzijdank niets veranderd. Oude, vergeelde posters en bierreclames aan de muur en natuurlijk heel veel verschillende en heerlijke biertjes op tap en op fles. Je bent biercafé of niet.
Die middag ben ik weer veel langer gebleven dan ik me had voorgenomen
.

zaterdag 12 mei 2012

Hulde aan de Arnhemse Courant


Mijn ouders lazen vroeger de Arnhemse Courant. Ik ook, en dan vooral het Arnhemse nieuws en sport. Dat voelde lekker Arnhems. Er stonden zelfs wedstrijdverslagen in van mijn voetbalclub, Eendracht. De Arnhemse Courant was er altijd.
Totdat Wegener het in zijn hoofd haalde onze krant samen te voegen met De Gelderlander. En helaas viel die 'fusie' heel slecht uit voor Arnhem: in feite kwam het erop neer dat de geest van de Arnhemse Courant verdween. Weg dat lekkere gevoel van een stad met een eigen krant.


Het laatste exemplaar: 3 november 2001.












De Arnhemse Courant was een van de oudste kranten in Nederland. Roemrucht ook. In de 19e eeuw joeg de liberale (destijds een progressieve stroming) Arnhemse Courant met zijn artikelen conservatief Den Haag regelmatig schrik aan. Arnhemse politici speelden landelijk een belangrijke rol. J.M. de Kempenaer, lid van de Arnhemse gemeenteraad en rijksadvocaat van Gelderland, werkte mee aan de voorbereidingen van de nieuwe grondwet en werd minister van Binnenlandse Zaken. Er waaide een intellectuele, vrije en liberale geest door Arnhem, mede gevormd door de Arnhemse Courant.

Natuurlijk wist ik dat allemaal niet toen ik als kleine jongen de Arnhemse Courant las. Pas later heb ik me daar eens in verdiept.
Dank zij een verhuizing enkele maanden geleden, kwam ik het allerlaatste exemplaar van de Arnhemse Courant weer tegen. Ik herinner me dat ik 'm doelbewust kocht als bewaarexemplaar, want ik had geen abonnement (!). Datum: zaterdag 3 november 2001.



Een kleine mededeling. Duidelijk is:
de strijd is gestreden, de slag verloren.
Redacteur Tonny Meijerman schrijft
op het ritme van de neerslachtig
beierende klokken van de Eusebius
een mooie overdenking.

Wat me opvalt, nu ik 'm weer voor me heb, is de berusting die de krant uitstraalt. Overduidelijk was de strijd al geleverd, de slag verloren. Op pagina 1 slechts een berichtje dat vanaf maandag een 'krachtenbundeling' van kranten komt. In het katern 'Focus' schrijft de hoofdredacteur van De Gelderlander een saaie terugblik op de 'fusie' met als laatste zinnetje: De Gelderlander is er klaar voor. Pfff, spannend...
In het katern 'Regio Arnhem' een foto van champagne drinkende hoofdredacteuren van beide kranten voor het kantoor op het Gele Rijdersplein. Gert Selles, hoofdredacteur van de Arnhemse Courant, lacht manmoedig.
Slechts redacteur Tonny Meijerman schrijft in zijn column - Hulde, hulde aan de Arnhemse Courant - op het ritme van de neerslachtig beierende klokken van de Eusebius een gevoelige overdenking.


Ach, het is 2012. Ik screen op de internetsite van De Gelderlander weleens het nieuws over Arnhem. Maar wat zou ik 't leuk vinden om een Nieuwe Arnhemse Courant te maken. Effe dromen: een weekblad met de katernen 'De wijken', 'Sport', 'Cultuur', en 'Arnhemse politiek'. Lekker pittig en eigenzinnig. Op donderdag, ruim voor het weekend, uitkomen. Veel mooi beeld. Onmogelijk natuurlijk in deze interactieve tijd, want onbetaalbaar. Weet ik ook wel, maarre... het was alleen maar effe dromen.

Nog één keer, voordat 'ie weer de la in gaat.

maandag 7 mei 2012


Ernems als handicap

Jaja, wij staan als nors en zwijgzaam volk te boek. Maar ik weet wel beter. Een buitenstaander niet, want die kan de Ernummer niet 'lezen', als het ware. Uitbundige 'kijk mij eens'-humor... nee, daar zijn wij geen meesters in. Maar een geintje kunnen we wel waarderen. Zeker het soort geintje als een verhalenbundel van kunstenaars die ooit woonden in Arnhem of nog wonen in Arnhem, de titel geven Waarom ik niet in Arnhem wonen wil. Dat triggert mij wel.

Enkele citaten uit de verhalen:
1. Martin Pieterse: Het Ernems (Over zijn jonge jaren waarin hij met zijn ouders verhuisde van Den Helder naar Arnhem:)
"De Arnhemse jeugd is genadeloos, als zij enige afwijking van de norm ontdekt. In Klèrendal hejje zo uh posje klappe te pakke. Heel snel corrigeerde ik mijn uitspraak, om geen 'portie klappen' te krijgen. Het Ernems, zoals het dialect in Arnhem heet, is heel erg. Sommige woorden worden half ingeslikt, andere worden lang en lijzig uitgerekt. 'Je moet niet huilen, hoor' wordt uitgesproken als 'Je moenie heule, heur', waarbij de eu-klank in het woord heule klinkt als een kind dat een snelle motorfiets nadoet, die door de bocht van de Bejrekeul scheurt." 
Nou vooruit, nog één omdat ik er zelf om moet glimlachen:
"Opvallend veel woorden uit het Algemeen Beschaafd Nederlands kun je in het Ernems helemaal niet uitspreken, omdat de mond van de Ernem-spreker in een bepaalde stand staat, die on-Ernemse klanken niet toelaat. Woorden uitspreken als 'staatshervorming', beschavingsoffensief' of 'wezenskenmerken': dat lukt een oer-Arnhemmer niet. Ernems is dan ook een serieuze handicap bij het volgen van hoger onderwijs."


2. Jac. Toes: Waarom ik niet in Arnhem woon
"Over Arnhem-Zuid kun je sowieso maar het beste zwijgen. In mijn depressieve periode moest ik daar lange wandelingen maken. Een advies van mijn therapeut. Hij was ervan overtuigd dat ik wel zou opknappen wanneer ik mensen opzocht die er nog beroerder aan toe waren dan ik. Hij zat er niet ver naast."
En:
"En ik ben ook nooit bang in Arnhem. Dat is niet de verdienste van de inwoners, want ik ben er verschillende malen achternagezeten en zelfs ingehaald - met alle desastreuze gevolgen vandien - maar de stad slaagt erin dat als een natuurgegeven te presenteren, je kunt bijvoorbeeld ook een afgewaaide dakpan op je hoofd krijgen."


3. Peter Nijenhuis: De mooiste Man van Arnhem, een hilarisch verhaal over allerlei intriges en drank rond een burgemeester die Arnhem-Noord en Arnhem-Zuid wil verbinden met een nieuw stadshart aan weerszijden van de Rijn, eindigt hij met:
"En voordat ik helemaal in slaap val, vraag ik me vervolgens af hoe ik ooit op de gedachte kwam dat ik de mooiste man was van een stad die zoveel lelijks heeft te bieden."


Kijk, hiervan kan ik als geboren en getogen Arnhemmer stilletjes genieten. Al die Amsterdammers en Rotterdammers die hun stad altijd maar weer dwangmatig bezingen: wij motten daar een bietje om glimlachen. Wij vinden het juist helemaal niet erg dat mensen nu en dan eens zitten te sippen op Arnhem. Waarom niet? Wij zijn er ter diepste van overtuigd dat wij toch de besten zijn. En het fijnste komt nog: met die verhalen in de hand kan ik aan allerlei mensen die niet uit Arnhem komen, tonen dat het hier niet pluis is. 't Staat er toch? Op papier. Zwart op wit!
Dan weet ik zeker dat zij mijn mooie stad aan de Rijn niet komen vervuilen en kan ik gewoon zodadelijk weer lekker de stad in gaan om in een klein cafeetje aan te schuiven aan de bar. Meestal drinken wij Ernummers zwijgend ons biertje. Nu en dan zit er één te nuilen. Dat vinden wij dan wel best... 


Citaten uit de verhalenbundel 'Waarom ik niet in Arnhem wonen wil', uitgegeven door Uitgeverij Plaatsmaken.