zondag 24 juni 2012

Koos van Zomeren en Arnhems groen

Zomer. Op zondag 24 juni ligt Heijenoord te rillen onder een grijze hemel waaruit onophoudelijk koude regen dondert. Wat gebeurt hier? Hoe was het ook alweer met de opwarming van de aarde? Zijn ze Arnhem vergeten ofzo? De whiskyfles knipoogt. Nee, not yet.

Als het vandaag mooi weer was geweest, hadden mijn vrouw en ik mogelijk de wat wij noemen 'Koos van Zomeren-wandeling' gelopen. Een wandeling door bijna alle parken van Arnhem Noord. Koos van Zomeren, je weet wel, de Arnhemse schrijver die ooit lid was van de marxistisch/leninistische voorloper van de SP, later roman- en thrillerschrijver was en nu al jaren ontroerend mooie verhalen publiceert waarin de natuur de hoofdrol speelt. Een man die zinnen schrijft als 'Ik was bevriend met God en woonde op de Posbank'. 
Tijdens onze wandelingen zien we Van Zomeren weleens rondstruinen op dezelfde route. Vroeger met z'n hond Rekel, waar hij liefdevol een boek over geschreven heeft, nu met een ander hondje.


Terug naar de wandeling. Wat zo uniek aan Arnhem is, is dat je er urenlang in het groen kunt wandelen zonder buiten de stadsgrenzen te komen. Hier doet Arnhem z'n faam van 'groene stad' alle eer aan.
Lees maar: we beginnen in Zijpendaal, lopen langs de rand van Sonsbeek, beklimmen de rommelige Paardenheuvel, steken de Apeldoornseweg over richting Heselberg, dan de Cattepoelseweg over om al snel in Arnhems oudste park Klarenbeek aan te komen. Ter hoogte van het sjieke restaurant De Steenen Tafel worden we getrakteerd op een schitterend uitzicht op het lager gelegen Arnhem. Onnederlands. En door maar weer, nu afdalen via de Monnikensteeg en de Velperweg. Door het kleine, lieflijke parkje Sacre Coeur. Via het ruime Angerenstein met z'n fraaie beekjes eindigen we in park Presikhaaf. Pal ernaast onderhouden IVN-vrijwilligers een fraaie heemtuin. In de kinderboerderij van park Presikhaaf bewonderen we altijd de dikke, enorme varkens.


Vanuit park Klarenbeek kijk je prachtig het dalletje in.
Als je op de foto klikt, wordt 'ie groter en zie je
op de achtergrond de stad liggen.  

Even de Apeldoornseweg over...
De prachtige, oude betonnen bushaltes
zijn al decennia lang niet meer in gebruik.


















Dan is het wel even welletjes met het groen en al die frisse lucht. In Winkelcentrum Presikhaaf zakten we tot voor kort uit met een lekker koud biertje bij Capri, waar winkelend publiek achter de koffie en luidruchtige bierdrinkers zonder problemen door elkaar heen zaten. Helaas, sinds enige maanden is Capri veranderd in een modieus Italiaans restaurant. Prompt stonden we de vorige keer voor een dichte deur. Vooruitgang...
De 'Koos van Zomeren-wandeling' dus. Het stoort me dat ik niet meer weet of wij die naam hebben verzonnen of dat Van Zomeren ooit deze wandeling heeft beschreven. Wie kan mij dat vertellen? Tijd genoeg om uit te zoeken. Het regent toch.


De varkens in de kinderboerderij van
park Presikhaaf hebben een goed leven. 

vrijdag 15 juni 2012

Arnhemse mysteries

Mijn vader had vroeger een groot, dik boek over 'De Slag om Arnhem'. Als jongetje zat ik daar vaak in te kijken. Het meest fascinerend vond ik de foto's waarop ik Engelse soldaten zag lopen in straten die ik kende. De Utrechtsestraat, bijvoorbeeld. Ik herinner me een foto met Engelse soldaten die dicht langs de oude panden sluipen, omhoog kijkend om te zien of er geen Duitse scherpschutters op de daken zitten.
ik was misschien twaalf toen ik me begon te beseffen dat nog maar zo'n 25 jaar geleden in die straat waar ik weleens doorheen fietste, die soldaten een zware strijd vochten. Wat een raar idee vond ik dat. Die oorlog kwam dan ineens heel dichtbij. Ik denk er nog altijd aan als ik daar loop.



Ooit slopen hier Engelse soldaten behoedzaam richting Rijnbrug. 



Nog zo één: ik vind het grappig dat in Australië een groot gebied Arnhemland heet. Dit is zo omdat in 1623 het Nederlandse schip De Arnhem daar de kust verkende. Het schip was vernoemd naar Arnhem. Tot zo ver Wikipedia. Maar de grote vraag is: waarom was dit schip naar Arnhem vernoemd? Was het een VOC-schip? Maar die VOC zat toch in het westen van het land? Waarom dan een schip vernoemen naar het (toen nog) nietige plaatsje Arnhem? Was de eigenaar Arnhemmer? Of de schipper? Ik weet het niet. Maar zou het willen weten. Weet iemand het wel? Ik houd me aanbevolen!

Arnhemland in Australië. Een stuk land groter dan Nederland,
vernoemd naar onze stad. Grappig toch.

















Nog een 'mysterie van Arnhem': ooit las ik een prachtig verhaal over een zekere Piet Karbiet (of Carbiet). Begin vorige eeuw schijnt hij jarenlang op 31 december met z'n bakfiets van 't Broek naar de Spijkerlaan te zijn gefietst, met een zelfgeknutselde vuurwerkbom. Die bracht hij daar iets voor twaalven tot ontploffing. Hij dacht wel dat ze 't helemaal tot in Duitsland konden horen. Een gat in het wegdek van de Spijkerlaan was elk jaar weer het gevolg. Op een gegeven moment kwam hij niet meer. Hij had bij het fabriceren van de bom in z'n schuurtje, zichzelf opgeblazen. De klap was zo hevig geweest, dat van Piet en het schuurtje niets was teruggevonden. Slechts zijn trouwring had 't overleefd. Zo luidde ongeveer het verhaal. Maar ik kan het nergens meer vinden. Klopt het verhaal? Wie weet er meer van?

Al die honderdduizenden verhalen uit de overlevering geven de stad reliëf. Maken het huidige, tastbare Arnhem nog meer Arnhem. Dat vind ik nou mooi.

donderdag 7 juni 2012

Kunst bevrijdt

'De geest moet waaien'. Een prachtige uitspraak. Hij is van Johnny van Doorn, ofwel Johnny the Selfkicker. De dichter/schrijver/performer die in de jaren '60 op de Nederlandse podia de poëzie op fenomenale wijze tot leven bracht met prachtige gedichten en explosieve performances, waarin hij zichzelf in extase soms leek op te blazen van de stomende energie die in hem borrelde. Een fenomeen!

Zo is het!


















En deze man is een geboren en getogen Arnhemmer! Ik ben er bloody trots op.
Naar hem is een prijs genoemd: de Johnny van Doornprijs voor de Gesproken Letteren. Afgelopen weekend kreeg Nico Dijkshoorn die prijs uitgereikt in Huis Oostpool. Omdat ook Dijkshoorn van het verwoorden van zijn teksten een feest maakt.
Als dank speelde Nico Dijkshoorn onder meer met zijn band Hank Five het nummer 'Get up' van James Brown. Door dit nummer heen weefde hij een prachtig gesproken verhaal van tante Sjaan, de toiletjuffrouw van de discotheek (we spreken jaren '70!). Ook tante Sjaan kon de verleidelijke en opzwepende soul-klanken niet meer weerstaan en stond op een gegeven moment te dansen op het dansvloertje: bevrijd door de muziek! 'Get up', tante Sjaan!


Portret van Johnny van Doorn in de prachtige
herinneringskrant na de uitreiking van de prijs. 
Het einde van het gedicht
'Een magistrale stralende zon',
van Johnny van Doorn.















Ik vond het prachtig. En realiseerde me dat Van Doorn al lang - en terecht! - tot de 'hoge kunsten' behoort. Mijn gedachten dwaalden even af naar een Arnhemmer die op een andere manier ook een fenomeen is: Henk Bruysten. Een man die twee grote wereldhits schreef voor z'n band Hank the Knife & the Jets - Guitar King en Stan the Gunman -, striptekenaar is en soms effe iets geks doet. Zoals in '83, toen hij het Ernemse volkslied schreef. Simpele rijmelarij-teksten over bier, biljarten en wèrme wurs, met een simpele feestdeun. Maar ik word ongelooflijk vrolijk van dit maffe nummer! Bruysten zet Ernum treffend neer, vooral door dat lekkere vette accent:
'We zin de jongus uut Ernum
Eers hebbe we 't koud en dan weer wè
rrum"






Ach, je moet 't horen. Luister nou eens twee keer naar dit nummer: je staat op tafel. Aan het eind vraagt iemand tussen de muziek door met bekakte stem: "Ober, poft u ook?" De ober, in plat Arnhems: "Ja, alleen veur de kop!"
Dit nummer wordt geregeld bij Vitesse voor een wedstrijd gedraaid. Op de tribune zie ik dan grote grijnzen en gasten die meezingen en meeswingen. Ze zijn eventjes net zo opgetogen en bevrijd als tante Sjaan. Wat maakt het dan uit, of het 'hoge' of 'lage' kunst is?