zaterdag 27 april 2013


Kunstencluster: Arnhem kan veel beter

Woensdag 15 mei vindt in Arnhem het referendum plaats over het Kunstencluster. Ik stem tegen het Kunstencluster. Dat beschouw ik als een stem voor Arnhem. Omdat:
- Het project Rijnboog Arnhem in z'n geheel mislukt is. Alleen het Kenniscluster is vanuit die plannen verwezenlijkt. Dat Rijnboogproject stamt uit de jaren '90 van de vorige eeuw en is niet verwezenlijkt omdat het slechte en dure plannen waren en de gemeente besluiteloos was. Toen kwam er nog eens de crisis over heen. Toch een slap aftreksel van de oorspronkelijke plannen doordrukken, is treurig verouderd machtsdenken en weinig visionair.   
- Het Kunstencluster is een gemankeerd kunstencluster: schouwburg en Musis willen niet eens meer meedoen! Alleen het Filmhuis en MMKA zullen er hun plek vinden. Het doel wordt niet gehaald.
- Er staan enorm veel gebouwen leeg in het centrum van Arnhem, het Filmhuis kan kiezen waar het in wil trekken. Het Kunstencluster is overbodig én schept nog meer leegstand: het oude museum en het Filmhuis.
- Het MMKA is gevestigd in een fraai pand op een prachtige plek in het centrum, langs de Rijn. Geen redenen om te verkassen.
- Het idee dat het Kunstencluster plotseling veel meer mensen naar Arnhem zou trekken die in de binnenstad geld gaan besteden, is een voorspelling. En voorspellingen zijn slechts voorspellingen. Daaraan hebben de laatste decennia meerdere steden hun kop gestoten.
- MMKA ligt slechts enkele minuten lopen van Centraal Station. Een voordeel. Musembezoekers zouden volgens voorstanders van het Kunstencluster daarna niet even willen teruglopen naar de binnenstad. Dat is dorps denken! In Amsterdam ben je na vijf minuten lopen net bij het Rokin. Een afstandje van niets. En dat zou in Arnhem te ver zijn? Een kulargument en een onderschatting van museumbezoekers. Ik denk dat zij capabel zijn om van MMKA in vijf minuten naar de binnenstad te lopen. Wel slim als de gemeente de route aangeeft of zelfs bijzonder maakt. Ze zou bijvoorbeeld via plakkaten kunnen aangeven dat Engelse soldaten tijdens the battle of Arnhem in '44 via de Utrechtseweg Arnhem binnentrokken. Een wetenswaardigheid extra voor de museumbezoekers. Kortom: maak daar wat van!





Een eenzaam Kenniscluster. Alles wat over is
van de peperdure Rijnboogplannen.

Het Kunstencluster kost 32 of 50 miljoen, afhankelijk van de berekening. Ik vind dat voor een gemankeerd plan dat extra leegstand genereert te veel geld.Terwijl dat geld aan goede alternatieven besteed kan worden:  

- Arnhem heeft volop opleidingen en dus studenten in huis die zich bezighouden met innovatie, creativiteit en duurzaamheid. De gemeente gaat daar terecht prat op en wil dit unique selling point verder versterken. Daar liggen plannen voor: de Coehoorn Noordoost-locatie. Maak dat plan goed. En werkend. Geef jonge studenten/creatieven daar echte kansen. Door hergebruik van leegstaande panden kunnen zij zich daar vestigen. Dat levert bedrijvigheid en levendigheid op. Dat zet Arnhem bij jongeren op de kaart als stad waar innovatie een kans krijgt. Dat kan werkgelegenheid op termijn bieden. Werk dat plan met meerdere partijen goed uit, besteed daar geld aan.
- En als je dan nog wat overhoudt, besteed dat geld dan aan zinnige armoedebestrijding. Want o ja, da's waar ook, Arnhem heeft ook nog 'gewone' burgers die belastingen ophoesten. Laat dat geld werken voor de stad. Niet voor een te dure fantasie van machtsdenkers.    



woensdag 17 april 2013



Arnhem in Oranje!


Over enkele dagen stroomt het centrum van Arnhem vol met feestende soortgenoten die op de vreemdste manieren oranje zijn uitgedost. Naarmate het later wordt gaan die feestelijkheden vaak over in schreeuwen, lallen en zuipen. Het is 30 april. Dit jaar met een extra bonus: de troonwisseling! 


We kunnen al de nodige Oranje-zaken kopen. Gekke hoedjes,
maffe shirts... alles is te koop.
















Ik houd ook van feesten, maar ik vind het zo raar om me onderdaan te moeten voelen van een familie die via erfrecht en door 'God gegeven' heerst over mij en zo'n 17 miljoen andere Nederlanders. In 2013! Een jaar waarin Nederland officieel bij mijn weten nog steeds een democratie is.
Ik vind de koninklijke familie ook erg veel kosten: op een NOS-site las ik een jaaroverzicht van 2011. Daaruit blijkt dat de koninklijke familie ons ongeveer 38 miljoen euro per jaar kost. Daarover hoeven ze geen inkomsten-, loon-, vermogens- en erfbelasting te betalen. Toch raar, want voor onze wet zijn we toch allemaal gelijk?
Daarnaast heeft de familie door die enorme inkomsten door de eeuwen heen goed te beleggen, geschat zo'n 4 miljard aan bezittingen. Kan ook meer zijn, want die gegevens zijn niet transparant. Eigenlijk zelfs redelijk geheim. En via internationale belastingconstructies levert dat vermogen jaarlijks veel op. 


Ja maar, ouwe zeikerd, ze leveren ook veel op. Bijvoorbeeld via handelsmissies. Dat kan best. Maar hoeveel dan? En zouden handelsmissies van Frankrijk, Zwitserland, Duitsland of Italië het zoveel slechter doen? Wie weet dat? Cijfers, iemand?
Ach, cijfers, cijfers.... het vreemdst voelde ik me toen onze aanstaande koning in 2010 tijdens de mei-herdenking hard wegliep na kreten van een Damschreeuwer. Ik ben nog zo'n primitieve geest die van een koning verwacht dat hij ten strijde durft te trekken. Voorop gaat in de strijd. Dit beeld paste daar niet in. Dat vond ik eigenlijk heel teleurstellend. Zoals ik het ook bedroevend vond dat zijn Argentijnse vrouw op tv de aanstaande koning 'een beetje dom' noemde. Het volk gniffelde, maar ik vond nu juist dat de aanstaande koning dat niet had moeten accepteren van zijn vrouw. Ik had met hem te doen. 


Kortom, het gaat me niet om de personen, ik vind gewoon het begrip koningshuis achterhaald. Ik behoor tot een minderheid. Dat weet ik. Daar leg ik me bij neer. Dat is democratie.
Maar wat
zegt het eigenlijk van ons Nederlanders dat de meerderheid gek is op een erg duur en gedateerd sprookje? Dat 'we' er geen moeite mee hebben om 'onderdaan' te zijn van een koningshuis dat we zelf via de belasting  betalen? Hopen we dat ze voor ons zullen zorgen in moeilijke tijden? Is het goedgelovigheid? Gewoonte? Bindt het 't volk? Is dat dan in landen waar geen koningshuis is, minder? Hopen we dat ze een keer één miljardje doneren aan de allerarmsten?  
Ik weet het echt niet. Wie legt het me eens goed uit? Voor goede argumenten ga ik om! Wie maakt van mij een overtuigde Oranje-klant? Dan zet ik de 30e in Ernum een oranje hoedje op.



Nou, nog één keer dan. Om in de stemming te komen.




dinsdag 9 april 2013


Weg uit Arnhem

Ik ben effe weg uit Arnhem. Ik zit in een klein, benauwd, donker hol. En het is er fantastisch.

Effe weg van het gezeur om het kennis- en kunstencluster. Weg van crisis, weg van ergernissen om een gemeenteraad die het oorlogsmuseum laat wegkapen. Pit lekker verder, jongens en meisjes! Weg van de bloody koude lente, weg van liegende politici en graaiers op tv, van het dagelijkse gezever over de Oranjes, van de kampioensspanning rond Vites, geleuter over de MoBa. Weg van banken die onbereikbaar zijn, van NS-ergernissen, van ons station dat nooit meer af komt, de Eusebius die nog steeds of weer eens in de steigers staat, vechtpartijen en zakkenrollers in de stad, overload aan informatie op internet... Zoek het maar uit.

Ik wil maar één ding: naar mijn hol! Daarvoor kijk ik naar de webcam op www.volgdevos.nl . Op een vernunftige manier heeft een of ander figuur een cameraatje in het hol verstopt.
's Ochtends voor het werk, tussen de middag effe en 's avonds bezoek ik moeder vos in haar vossehol en zie ik hoe ze haar vier eigenwijze koters te eten geeft en groot trekt. Zonder poespas. En maar groeien, die kleinen. Dat gaat knap hard. Ze beginnen ook al aardig lawaai te maken. Maar ma vos heerst als een grootvorstin over haar hol. Het is precies wat het is en zoals het moet: de jonkies schoon likken, eten geven en doorpitten maar weer. Zonder gezeur. 


Kiek toch 's: ma vos kijkt net recht in de camera.
De donkere plek op haar rug zijn twee kleintjes. Mooi of niet?!

Ik heb helaas alleen de rekel nog nooit ontmoet. Net als ik me begin af te vragen of pa wel geregeld wat voedsel voor ma en de koters naar binnen sleept, verschijnt onder het beeld een mailtje van de boswachter dat vermeldt dat het daarmee wel snor zit. De vier vosjes groeien, ma zorgt voor ze, pa is op pad voor eten. Wat een rust. Wat een vanzelfsprekendheid. En geen gezeur. Ik ben weer weg. Aju.           

maandag 25 maart 2013


Een gebed uit Arnhem

Lees rustig deze tekst en hoor in gedachten op de achtergrond fantastische, loodzware, trage orgelklanken die je ver terugslingeren in de tijd:

Mijn Gebed
Dit is uw orgel, Heer, dit is uw kerk,
'k Loop zomaar binnen, Heer, net van m'n werk,
Niet voor de priester, Heer, of 't antiek,
Ik kom alleen maar, Heer, voor de muziek.
 

Is het bezwaarlijk, Heer, dat ik hier zit,
Maakt 't wat uit, oh Heer, dat ik niet bid,
'k Ben niet hervormd of zo, niet katholiek,
Ik kom alleen maar hier voor de muziek.


Ik kom hier vaker, Heer, haast elke week,
Nooit bij een zondagsdienst, nooit voor de preek.
Als je alleen bent, Heer, zonder publiek,
Nou dan geniet je meer van de muziek.


Ik had een rotdag, Heer, 't lukte niet best,
'k Werd door collega's, Heer, ook nog gepest.
't Komt door 't orgel, Heer, door uw trompet,
Ik kwam haast ongemerkt tot een gebed 


WTF?? Is 't Bierhaus weer in de bol geslagen? Nee. Dit is niet mijn tekst, maar een popsong geschreven door de destijds bekende Gerrit den Braber en Joop Stokkermans. Het orgel werd bespeeld door kerkorganist Feike Asma. In 1970 stond 't nummer wekenlang op nummerrrr 1 in de Veronica Top 40. In 1970? In de tijd dat we ons losmaakten van kerk en gezag en massaal vielen voor de 'wilde' Rolling Stones en Beatles? Yep, in die tijd. Ik kan 't me nog goed herinneren: ik vond 'Mijn gebed' weerzinwekkend slecht. Een tante van mij bleek het erg mooi te vinden. Brrr.

 
Wat ik toen niet wist maar nu - al enige tijd - wel weet, is dat de zanger van het nummer, D.C. Lewis, in het dagelijks leven Ruud Eggenhuizen heette en een geboren en getogen Arnhemmer was! Was, want in 2000 stierf hij op 53-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Hij is begraven op Moscowa.
Hij had na 'Mijn gebed' nog twee hitjes, maakte een LP en daarna werd het stil. D.C. Lewis werd gezien als relipop-zanger, en dat wilde hij helemaal niet. Hij zong veel liever andersoortige nummers, onder meer van Tom Jones.


Dit beeld is van een website die eer betoont aan
D.C. Lewis: www.murck.nl/d_c_lewis.htm


















Hoe kwam Ruud Eggenhuizen dan in Godsnaam aan dit nummer? Dat ging zo: D.C. Lewis had in 1969 aan het Nationaal Songfestival meegedaan en niet gewonnen. Toch was producer Hans van Hemert onder de indruk van zijn zangkwaliteiten en nam met hem dit nummer op. En zo gebeurde het dat een Arnhemmer toch maar mooi in 1970 op nummerrrrr 1! van de Veronica Top 40 stond!
En nu, anno 2013, bezorgt het nummer me rillingen. Ik vind het verdomme prachtig! Luisteren?

http://www.youtube.com/watch?v=ztsjqbGSU00   

Verder weet ik helemaal niets van hem. Wie weet er meer over de Arnhemmer D.C. Lewis?  




 
 

vrijdag 15 maart 2013


Straatmuzikanten in Arnhem 
In het jaar 2000 vierden mijn vriendin en ik met vrienden ons 10-jarig bestaan. In 'ons' cafeetje. Met lekkere, Indonesische catering. En muziek. We wisten aanvankelijk niet wat we met muziek moesten doen. Na een bietje denken kwam de oplossing. Natuurlijk!, de 'accordeoneur', zoals wij hem noemen.
Deze straatmuzikant uit het oostblok verrijkt de straten in onze binnenstad met zijn accordeonspel. Vooral 's avonds laat, als hij zich onbespied waant, stapt hij graag over van de 'alledaagse' deuntjes naar prachtige, ontroerende oostblok-klanken. En als 'ie helemaal in vorm is, zingt-neuriet 'ie vol heimwee zachtjes mee. Kippenvel.
Destijds was hij nog een van de enige Oosteuropese straatmuzikanten in Arnhem. Je kunt hem geregeld vinden in de Jansstraat tegenover de Pauwstraat en 's zomers op de Rijnkade. Hoed op, weinig tanden meer in zijn mond, en in weer en wind slepen met stoeltje en accordeon.


Dus vroegen wij in 2000 hem of hij op ons feestje wilde komen spelen. Half in het Duits, half in het handen en voeten. Hij wilde. We spraken een bedrag af en noemden tijd, datum en plaats. Op een papiertje krabbelde hij voor mijn vriendin een telefoonnummer dat ze moest bellen voor nadere afspraken.
Via zijn vrouw/vriendin kwamen we eruit.
Hij was wat aan de late kant, maar toen hij dan toch op zijn accordeon los ging, was hij direct het stralende middelpunt. En passant vermaakte hij onze gasten met z'n grappen en hij dronk en at gezellig mee. Je begrijpt: in ons hart forever. We kletsen nog altijd met hem
.

Onze accordeoneur aan het werk. Vooral 's avonds laat
- als het rustig is op straat - speelt 'ie soms hartverscheurend mooi.  
Nu, 13 jaar later, hoor je in bijna elke straat in het centrum straatmuzikanten uit Oost-Europa. Sommigen spelen mooi, vanuit het hart. Maar soms heb ik het gevoel dat het erg veel wordt. Dat gevoel krijg ik als er een groepje staat dat emotieloos, plichtmatig en opdringerig een deuntje speelt. Straatmuzikanten hebben een zwaar leven. En ik ben er niet voor ze het leven nog moeilijker te maken, maar ik ken ook winkeliers en mensen die boven winkels wonen en het soms zat zijn: het gaat altijd maar door. Waar ligt de grens? Ik heb makkelijk kletsen, voor mij is het een extraatje als ik in de stad ben.

Dilemma: ik vind dat sommige straatmuzikanten - onder wie onze accordeoneur - onze binnenstadstraten mooier maken, maar er komen wel erg veel straatmuzikanten en velen maken er een potje van. In de binnenstad hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, maar dan moet de straatmuzikant zich om de tien minuten minstens honderd meter verplaatsen, volgens de APV. Ja, an me hoela. Dat doen ze natuurlijk niet, dan blijven ze aan het slepen. En er zijn zoveel straatmuzikanten, dat als ze allemaal wel zich constant zouden verplaatsen, het er voor bewoners en winkeliers niet beter van wordt. Is dit gezever of een serieus probleem? Hoe kan de gemeente dit beter aanpakken? Een quotum? Alleen goede muzikanten behouden? Wil je dat? Kan dat? Wat vind jij?

 

maandag 4 maart 2013


Theo Bos
Soms is het leven zo ongelooflijk unfair dat je wereld heel klein wordt. Het maakt niet meer uit wat er in de buitenwereld gebeurt. Je kruipt terug in je hoofd, je verstand staat stil en je hart huilt. Dat gebeurde mij op vrijdagochtend 1 maart, half acht ’s ochtends toen ik op m’n iPad las dat Theo Bos op z'n 47e was overleden aan die vreselijke ziekte die kanker heet. In m'n kop die dag een grauwe mist. Geen gedachte, geen zicht. Alleen: Theo Bos.
Jaja, we wisten het: hij had alvleesklierkanker en het ging slechter en slechter. En toch komt het definitieve overlijdensbericht als een fragmentatiebom binnen.

Theo Bos, een harde, maar faire verdediger.
Nooit ging hij een gevecht uit de weg.
Theo Bos voor de dug out van stadion
Nieuw Monnikenhuize. (foto: Remco Meijer.
Uit: Monnikenhuize, afscheid van een voetbalstadion)














Wat was ik blij dat er een wedstrijd was, die avond. Dat gaf reden om al in de middag naar m'n Vitesse-café te gaan. Bij elkaar zijn. Gewoon bij elkaar zijn. Effe elkaar aankijken. Eigenlijk meer niet. Wat is dat tof. Daarna in het stadion het verschrikkelijk mooie afscheid van Theo. Vitesse- en FC Utrecht-supporters samen. Onvergetelijk. In één klap heeft Gelredome ook een warm gezicht gekregen. Kijk naar deze imponerende beelden van de herdenking voor de wedstrijd:

http://www.youtube.com/watch?v=qmuwY9CVdpc
Theo Bos groeide op de Geitenkamp op. Een jongen van het volk, zoals dat heet. Als bokser en voetballer een knokker. Een harde maar faire verdediger. Een aanvaller kwam hem drie keer tegen. En meestal moest 'ie dan gewoon de bal bij Theo inleveren. Ik houd erg van dat type voetballers. Naarmate hij ouder werd bleek dat Theo tactisch ook een en ander in zijn mars had.

3 herinneringen schieten direct in mij omhoog.
1. Ooit speelde ik samen met Ferry en Ralph, Vitesse-maatjes, in een voetbalquiz tegen Theo Bos, John van den Brom en Edward Sturing. Het werd een felle strijd, niemand wilde verliezen. Theo drukte vaak op de knop voordat de vraag volledig werd gesteld. Wij namen die tactiek over. Het werd een puinzooi: veel discussie, we liepen uit de tijd en bij de quizmaster liep het zweet in z'n nek. De eindstand was niet helemaal duidelijk. Theo, Edward en John claimden de overwinning. Wij ook. Uiteindelijk gingen de prijzen naar Edward, John en Theo. Groothartig schonk Theo de prijzen, glimlachend, aan ons. Ik loop nog steeds hard in die trainingsbroek.

2. Toen Theo net gestopt was met voetballen, viel ook hij enige tijd in het zwarte gat. Mijn vriendin en ik zaten in die tijd eens in een café waar Theo bij mijn weten nooit kwam. Ineens liep hij binnen. Breed lopend, zoals hij dat kon. Nors. Hij keek niemand aan. Ik stak vanaf de barkruk mijn been uit. Even een blik en toen hij een Vitesse-supporter ontwaardde een korte groet. Hij liep door naar het toilet achter in het café en liep er even later even breed weer uit.
3. Toen ik in de jaren '90 in Amsterdam woonde, liep ik eens op een zomerse nacht met mijn vriendin op het Spui. In een opwelling van Vitesse-liefde begon ik te zingen: ‘Theo Bos, Theo Bos, Theo Boooos!’. Mijn vriendin houdt daar helemaal niet van. De volgende morgen vertelde ze me dat er een paar Amsterdammers in polonaise achter me aan hadden gelopen. Ook schreeuwend: ‘Theo Bos!’… Ik had niets gemerkt.


Deze foto, Theo Bos in gevecht om de bal
met de Tovenaar van Tatabanja, ofwel Jozef Kiprich,
hing aan de muur van mijn hokkie in Amsterdam.

Op Voetbalzone.nl las ik de allermooiste reactie op het overlijden van Theo Bos. Een Hagenees schreef: 'Ik wilde dat kanker eens zichzelf kreeg. Dan zou hij snappen wat een kloteziekte hij is.' Door alle ellende heen moest ik lachen. Overdonderend mooi. En zo waar.

zaterdag 16 februari 2013


Polski Sklep Arnhem Steenstraat

De Steenstraat flikt het weer eens. Onze meest kosmopolitische straat heeft Arnhem verrijkt met een unieke winkel: Polski Sklep Arnhem, ofwel Poolse Supermarkt Arnhem. Op nummer 81 is sinds enige weken de supermarkt gevestigd. Het was me vast niet zo snel opgevallen dat Arnhem een Poolse supermarkt rijk is als niet mijn vrouw me enige dagen geleden heerlijke Poolse worst en Pierogi voorschotelde: een soort knödel met daarin groenten en kaas. Ik vond het lekker.
Steenstraat 81: Arnhems' eerste
Poolse supermarkt. Met Poolse vlag
in de etalage!

Poolse chips, frisdrank en verse broden. 

















Effe gaan kletsen daar, dus. Ik tref gelukkig een eigenaar die Nederlands spreekt, want ik spreek geen woord Pools. "We hebben al lang een winkel in Tiel. Daar kwamen altijd veel mensen uit Arnhem, daarom zijn we hier begonnen." Ze hebben zelfs eerst uitgezocht hoeveel Polen in Arnhem wonen. "Officieel staan 860 Polen in Arnhem ingeschreven. Maar er komen ook veel Poolse klanten uit de omgeving. En de supermarkt is natuurlijk niet alleen voor Polen. Die is voor iedereen die van lekkere dingen houdt!"


Een vriendelijk en behulpzaam Pools
winkelmeisje.
En hier zijn ze dan: de heerlijke Pierogi!












De supermarkt wordt twee keer per week bevoorraad uit Polen, dus de waren zijn zuiver Pools. "Klanten kunnen bij ons ook bestellingen opgeven, want één keer per week rijden we zelf naar Polen om die speciale bestellingen op te halen." Daarnaast is er elke dag vers brood en kun je er onder meer Poolse vleeswaren en worsten, Pools bier, Poolse kruiden, chocola, goelash en Poolse magazines en kranten kopen.

Poolse magazines en kranten.
En natuurlijk Poolse drankjes en bier.
Ik ga ze proberen!












De supermarkt is nog in de opbouwfase, want de afdeling cosmetica gaat nog uitgebreid worden en rond april komt er achter de supermarkt een slijterij. "Met Poolse wodka en wijn. En martini voor de dames", lacht de eigenaar.
Terwijl ik foto's maak, prijst de eigenaar zijn waar aan: "Bij ons kun je 2,5 liter cola krijgen voor 2 euro. Waar anders krijg je dat zo goedkoop?"
Die cola interesseert mij dan weer niet zo, maar Pools bier, Poolse worst en het verse brood vind ik wel buitengewoon interessant.
O ja: op zondag is de zaak open van 10:30 tot 18:00 uur. "Dan is het gezellig, want veel Polen gaan eerst naar de katholieke kerk in de Steenstraat, en komen dan nog even hier."