donderdag 8 november 2012


Thomas Rosenboom terug in Arnhem

Nog nooit had ik een letter van hem gelezen. En een interview in een boekhandel met een schrijver... Mwahh, niet mijn favoriete avondbesteding. Maar het ging afgelopen woensdag wel om Thomas Rosenboom. Een Arnhemse schrijver. Zelfs een schrijver van hetzelfde geboortejaar als ik, die ook nog eens zijn jeugd in de jaren zestig, begin zeventig, in de wijk Presikhaaf heeft doorgebracht. Net als ik. Oké, gaan dus.


Thomas Rosenboom is aanvankelijk wat
onwennig, weifelend. Later komt hij los.


















Arnhem woensdagavond acht uur. De restaurants aan het Willemsplein zitten verrassend vol in deze economisch barre tijden, constateer ik. Bij boekhandel Hijman en Arends valt de opkomst ook niet tegen. Zo'n zestig Arnhemmers staan beschaafd te zijn met een kopje koffie in de hand. Wachten op Thomas Rosenboom. Hanz Mirck, leraar Nederlands, muzikant en dichter, gaat hem interviewen over zijn juist verschenen roman De rode loper. Na achten komt Rosenboom binnen. Zonnebril op. Neenee, bezweert Mirck, niet om als rock 'n' roll-ster het strijdperk te betreden. Het is een scheurtje in zijn oog. En dan dat felle licht. Rosenboom is aanvankelijk niet op z'n gemak. Weifelend, naar woorden zoekend en onwennig geeft hij korte antwoorden op de vragen. Hij is verlegen. Misschien toch daarom die zonnebril?

Mijn aandacht wordt getrokken als Rosenboom zich kwaad maakt over 'het narcisme en de aanstellerij' van deze tijd. Die vreselijke behoefte om op te vallen. Snel somt hij zaken op die hem ergeren: supporters van het Nederlands Elftal die zich zodanig toetakelen dat ze denken dat ze in hun eigen show zitten, verwende, aanstellerige kindertjes die constant door ouders overladen worden met complimenten, sukkelige vaders die zich door hun kinderen ook nog eens als personeel laten behandelen. En een mooie: tijdens een vakantie op Vlieland zag hij 'een man in een berenpak en zijn vriend in netkousen lopen'. Opvallen om op te vallen, zonder iets te kunnen: Rosenboom wordt er gek van. Vertwijfeld kijkt hij vanachter z'n zonnebril zijn fans aan met een blik: zeg zelf, dat is toch diep treurig? Ik vermaak me ineens.




Zo. Het zit erop.












Na het interview kom ik erop terug. Is dat narcisme van tegenwoordig een belangrijk thema voor hem? Of leuke anekdotiek? Hij antwoordt er niet echt op maar geeft wel weer een paar vermakelijke voorbeelden en wijdt het onbeschaamde gedrag van de huidige kinderen aan hun ouders. Zijn verklaring: 'de ouders van deze kinderen zijn de kinderen van de jaren zestig-generatie die sociologie, psychologie en dat soort progressieve onzin studeerden - 'net als ik', glimlacht hij - en hun kinderen anti-autoritair opvoedden. En die kinderen hebben nu van die narcistische kindertjes. En dan zegt hij iets wat van diep komt: 'Al die aandacht voor mensen die niets kunnen, doet afbreuk aan aandacht voor mensen die wél iets kunnen.' Zo. Die zit.


Lezen dus!












En het boek? Natuurlijk ga ik het lezen. Het verhaal speelt zich deels af in Arnhem. Voor de band Shout heeft de Arnhemse band Moans model gestaan en Eddie van de Beek, een van de personages, heeft Rosenboom gemodelleerd naar een jongen die hij kende van vroeger. En ja, die blijkt aanwezig te zijn in de boekhandel! Het wordt helemaal gezellig als de oude, grijze ex-zanger van Moans er ook is!
Na het interview moet Rosenboom de verkochte boeken signeren, maar hij staat buiten een shaggie te draaien. Effe bijkletsen met Eddie en de zanger. En lekker zijn fans ontvluchten. Zijn zonnebril is af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten