Bergjes
“Het lijkt hier wel buitenland.” In die typisch lijzige
Amsterdamse tongval hoorde ik dat jaren geleden een Amsterdammer zeggen tegen z’n
maat. We zaten in de trolleybus richting de Geitenkamp. Hij zat naar buiten te
staren en verbaasde zich enorm over de heuvels - bergjes, noemde hij het - in onze
stad. En de trolleys. “Dat zijn eigenlijk mislukte trams”, kwam hij niet verder
dan zijn Amsterdamse denkraam.Ondertussen reed hij verkeerd: hij dacht dat de trolleybus hem naar het NS-station zou brengen, maar we reden precies de andere kant op. Niemand in de bus wees hem daarop. Wij Arnhemmers kunnen soms heel zwijgzaam zijn.
Wel bracht z'n opmerking mij in een vrolijke stemming. Jaja, wij hebben heuvels. Hij moest het in Holland doen met z’n platte polder. Een raar soort trots besprong me. Ik kan ’t nog voelen. Dat overkomt me soms ook als ik door een gewone straat loop en iets zie of hoor wat heel Arnhems aandoet. Raar. Want hoe kan ik in godsnaam houden van een verzameling gebouwen, straten, parken, honden, katten en mensen van wie ik de overgrote meerderheid niet ken?
Ik geloof dat ik het wel weet, hoor: het heeft te maken met herinneringen. Die
geven vaste grond onder je voeten.
Soms denk ik plotseling aan Dickie, de stoerste jongen van mijn lagere school. Tot diep in november liep hij nog in een korte broek en hij werkte na school bij de boer van de stadsboerderij. Hij had geen moeder meer.
Of aan Jan, van de middelbare school. Plotseling was hij enkele weken lang van de aardbodem verdwenen. Politie in het klaslokaal, maar niemand had enig idee. En ineens stond ‘ie weer op z’n vaste plekje op het schoolplein. Met een sigaretje geklemd tussen z’n twee voortanden. Zoals altijd. Hij heeft ’t nooit aan iemand vertelt waar hij was geweest.
Of aan dat onbereikbare HAVO-meisje, dat zo oneindig mooi op haar fiets zat.
Of aan de broodmagere, altijd rokende Jesus, die bij George Jazzcafé de lege glazen ophaalde. Hij was uit Spanje komen ‘aanlopen’, zoals George, eigenaar van het café, graag vertelde.
Herinneringen, dus. Met altijd op de achtergrond Arnhem. Een
perfecte combinatie die een enkele keer zoete sentimenten opwekt. Zelfs een
wildvreemde, verwonderde Amsterdammer heeft het toch maar mooi voor elkaar dat hij in mijn herinnering is blijven plakken. Raar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten