woensdag 5 maart 2014

Gezellig lachen om elkaar

Simon Carmiggelt en Jules Deelder. Amsterdam en Rotterdam. In hun teksten is hun stad voelbaar aanwezig. Als lezer lach en huil je mee met hun personages, je loopt mee door de straat, zit in hun café! Je proeft het bier, ruikt hun stad, hoort auto's, trams, geschreeuw. Da's knap. Godvergeten knap.
Arnhem heeft ook schrijvers die het 'hert' van hun stad kennen en dat op papier zetten. Frank van der Mee is er zo één. Zoek maar 's op.

Te warm gestookte kamer
Een week geleden kreeg ik van een maat een column opgestuurd. Geschreven door de Arnhemse schrijver Marcel van Roosmalen. Titel: 'Kinderhand van een Ernemmer is snel gevuld'. De column gaat over zijn voordracht in onze bieb, naar aanleiding van zijn boek 'Het is zoals het is', over het laatste jaar van Vitessenaar Theo Bos. Van Roosmalen trok als schrijver/journalist dat jaar met hem op.
Van Roosmalen beschrijft in het begin van de column dat Arnhemmer Herman Koch Arnhem ooit omschreef als 'Dat gevoel alsof je in een te warm gestookte kamer bent waar geen raam open kan'.
Van Roosmalen eindigt zo:
'Bij het verlaten van de bibliotheek zag ik hoe een 80-jarige Arnhemse werd klemgereden door de politie vanwege een verkeersovertreding. "O, heb je me daarom achtervolgd", riep ze. "Ik dacht al dat ik te veel goud had omhangen."
Voor de rondwandelende vreemdeling is Arnhem wellicht een te warm gestookte kamer, maar binnen lachen ze heel gezellig om elkaar.'
Herlees het nog maar effe. Die laatste zin: dat is Arnhem. Een prachtige Ernumse repliek op Koch. 


Dit vinden wij nou gezellig!

















En alle twee ziek
In het boek 'Het is zoals het is' beschrijft Van Roosmalen een voorval waaruit blijkt dat Theo Bos ook de humor van die 'warm gestookte kamer' had. Plaats van handeling: ziekenhuis Rijnstate. Personages: Theo, Marcel en een oudere onbekende man in de wachtkamer. Ik citeer:
'De man keek naar mij en daarna naar Theo. "Wie is dat, Theet? Je broer?"
"Dat weet ik niet", zei Theo. "Ook een bloedprikker, denk ik." Daarna: "Nee, je had het goed gezien. Hij is mijn broer."
"Nu zie ik het, dezelfde neuzen!"
Theo: "En alle twee ziek."


Dat laatste zinnetje. Zeker, dat is Theo Bos-humor, maar ook zwaar Ernums. Zwart, cynisch. En kalm. Bijna terloops. Wij zijn niet van de vette lach. Onze grapjes zijn meer voor de goeie verstaander en genieter.
Hee, Van Roosmalen, schrijf nog's wat Ernums. Da wurt wel wat...  


  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten