maandag 28 mei 2012

In de rafelranden ademt de stad anders

Rafelranden van de stad. Plekjes waar van alles gebeurt wat niet 'gewoon' is. Waar het leven rommelig kan zijn. Waar mensen wat klooien. Scharrelen. Waar de gemeente de boel een beetje de boel laat en weinig controle heeft.
Elke stad moet zulke plekjes hebben. Anders ben je geen stad.


Aan de rafelranden gebeuren dingen die stadsbestuurders niet altijd graag zien. Of leven mensen die zich net niet helemaal in de stad kunnen handhaven. Soms worden het inspirerende plekken vol creativiteit. Soms lichtelijk crimineel, soms ontdek je er wonderbaarlijk mooie stadsnatuur, soms tref je er eigenzinnige mensen die er hun eigen universum creëren. Soms is het een favoriete hang out voor jongeren die zich even van de kaarsrechte banen van het bestaan losmaken.
In de rafelranden ademt de stad anders. Onregelmatig. Fel.



Rafelrand: hangen aan de Rijnkade. Dreunende muziek
uit de autoboxen, beetje lachen met je maten.




De muren vol graffiti.
Een favoriete plek voor jonkies, dus.
















Rafelranden zijn er niet alleen aan de rand van de stad. Ze kunnen zich onbekommerd midden in de stad bevinden. Het heeft meer te maken met wie er rondscharrelen.
Zo'n plekje is het einde van de Rijnkade, richting Onderlangs. De muren vol graffiti, 's avonds drinkt er volk uit blikken bier. Uit geparkeerde auto's dreunt muziek. Jongens (vooral jongens) hangen op en rond hun auto's. Ze lachen veel. Wat ze doen? Drinken? Blowen? Ouwehoeren over meiden? Over hun dromen? Ik weet het niet. Ik ken ze niet. Toen ik een foto nam keken ze boos: wat doet die vent?


Ze herinneren me aan 'mijn' jaren '70. De Stokvishal aan de Oeverstraat was toen een rafelrand. Daar klitten we samen, waren school en ouders ver weg, speelden bands die je moest zien, liepen de mooie meiden, dronk je bier met vrienden. Die verwaarloosde Oeverstraat was een en al duistere bende waar 's nachts vreemde types rondhingen. Net als op de Rijnkade, toen. De steegjes achter de Korenmarkt waren spannend. Het Spijkerkwartier was een vrijplaats met bordelen, kleine kroegjes, junks, kunstenaars en randfiguren.
Ik ken niet meer zoveel rafelranden. Ligt dat aan mij? Is Arnhem netjes geworden? Of is het heimwee omdat ik net de verfilming van Jack Kerouacs 'On the road' heb gezien?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten