woensdag 25 april 2012

Een frisse Arnhemse schone


Arnhem groenstad. Waar denken wij Arnhemmers dan aan? Veluwe, Sonsbeek, Zijpendaal. Oude Arnhemse schoonheden. Maar waar ooit ons vuil werd gestort, net onder de Rijn, is de laatste dertig jaar een overdonderend fraai natuurgebied ontstaan: Meinerswijk. Zelfs ik, toch geen erkend natuurfreak, word stil van al die nieuwe, wilde - nou ja, wat is wild in Nederland - natuur.

Al in de jaren '80 van de vorige eeuw attendeerde mijn inmiddels overleden vader me er op. Hij was wél een natuurliefhebber. Ik kende dit stukje Arnhem eigenlijk alleen van fietstochtjes tijdens schoolvakanties van de lagere school. Als we uitgevoetbald waren, fietsten we met een groepje jongens uit de straat weleens wat door de stad. Soms de brug over. Dan gingen we kijken bij de steenfabriek, toen nog vol in bedrijf. Vrachtwagens reden af en aan. Spannend. De steenfabriek staat er nog. Een oranje-rood baken in het nieuwe groen. Geen vrachtwagens en nijvere arbeiders meer, nu wordt 'ie omringd door stront van wilde Konikpaarden en Galloway-runderen die vrij in Meinerswijk rondlopen.

De steenfabriek, leeg en verlaten. Soms staat
de kudde Konikpaarden er wat dromerig te staan.
De steenfabriek vanaf de Elden-kant van Meinerswijk.
 Op de achtergrond de KEMA-toren en de koepel.













Het maakt mij niet zoveel uit hoeveel verschillende soorten vogeltjes, planten en diersoorten rondzwerven in Meinerswijk. Ook niet dat er ooit Romeinse legioenen doorheen banjerden. Het zal wel.
Wat voor mij telt is dat ik als stadsjongen er 's winters een ontroerende stilte ervaar en in het voorjaar alles hoor, zie en ruik openbreken. De verse bladeren aan de bomen ruisen, de kudde Konikpaarden slaat op hol omdat de bronstige hengsten elkaar bevechten, felrode en gele bloemen kleuren de veldjes, kikkers kwaken in poeltjes en het vogeltje dat fabelachtig zijn gezang verspreid, kan ik, loerend in de bomen, toch niet ontdekken.
Bij het prachtige moerasgebiedje net achter de steenfabriek, waan ik me in de swamps van Amerika.


De onrustige kudde Konikpaarden in galop.
Een prachtig geluid als ze pal achter je langs denderen.
De schitterende 'swamps' van Meinerswijk.













Maar het liefst zit ik er aan de oevers van onze Rijn. Met vaag op de achtergrond het geroezemoes vanuit de stad in de verte, staar ik in klotsende golfjes. Ruik ik wegwaaiende benzinegeur van een tuffende Rijnaak. Zie ik fladderende vogeltjes. Voel ik de wind.
Ik ga voor deze wilde, nieuwe Arnhemse schoonheid.

Need I say more?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten