vrijdag 15 maart 2013


Straatmuzikanten in Arnhem 
In het jaar 2000 vierden mijn vriendin en ik met vrienden ons 10-jarig bestaan. In 'ons' cafeetje. Met lekkere, Indonesische catering. En muziek. We wisten aanvankelijk niet wat we met muziek moesten doen. Na een bietje denken kwam de oplossing. Natuurlijk!, de 'accordeoneur', zoals wij hem noemen.
Deze straatmuzikant uit het oostblok verrijkt de straten in onze binnenstad met zijn accordeonspel. Vooral 's avonds laat, als hij zich onbespied waant, stapt hij graag over van de 'alledaagse' deuntjes naar prachtige, ontroerende oostblok-klanken. En als 'ie helemaal in vorm is, zingt-neuriet 'ie vol heimwee zachtjes mee. Kippenvel.
Destijds was hij nog een van de enige Oosteuropese straatmuzikanten in Arnhem. Je kunt hem geregeld vinden in de Jansstraat tegenover de Pauwstraat en 's zomers op de Rijnkade. Hoed op, weinig tanden meer in zijn mond, en in weer en wind slepen met stoeltje en accordeon.


Dus vroegen wij in 2000 hem of hij op ons feestje wilde komen spelen. Half in het Duits, half in het handen en voeten. Hij wilde. We spraken een bedrag af en noemden tijd, datum en plaats. Op een papiertje krabbelde hij voor mijn vriendin een telefoonnummer dat ze moest bellen voor nadere afspraken.
Via zijn vrouw/vriendin kwamen we eruit.
Hij was wat aan de late kant, maar toen hij dan toch op zijn accordeon los ging, was hij direct het stralende middelpunt. En passant vermaakte hij onze gasten met z'n grappen en hij dronk en at gezellig mee. Je begrijpt: in ons hart forever. We kletsen nog altijd met hem
.

Onze accordeoneur aan het werk. Vooral 's avonds laat
- als het rustig is op straat - speelt 'ie soms hartverscheurend mooi.  
Nu, 13 jaar later, hoor je in bijna elke straat in het centrum straatmuzikanten uit Oost-Europa. Sommigen spelen mooi, vanuit het hart. Maar soms heb ik het gevoel dat het erg veel wordt. Dat gevoel krijg ik als er een groepje staat dat emotieloos, plichtmatig en opdringerig een deuntje speelt. Straatmuzikanten hebben een zwaar leven. En ik ben er niet voor ze het leven nog moeilijker te maken, maar ik ken ook winkeliers en mensen die boven winkels wonen en het soms zat zijn: het gaat altijd maar door. Waar ligt de grens? Ik heb makkelijk kletsen, voor mij is het een extraatje als ik in de stad ben.

Dilemma: ik vind dat sommige straatmuzikanten - onder wie onze accordeoneur - onze binnenstadstraten mooier maken, maar er komen wel erg veel straatmuzikanten en velen maken er een potje van. In de binnenstad hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd, maar dan moet de straatmuzikant zich om de tien minuten minstens honderd meter verplaatsen, volgens de APV. Ja, an me hoela. Dat doen ze natuurlijk niet, dan blijven ze aan het slepen. En er zijn zoveel straatmuzikanten, dat als ze allemaal wel zich constant zouden verplaatsen, het er voor bewoners en winkeliers niet beter van wordt. Is dit gezever of een serieus probleem? Hoe kan de gemeente dit beter aanpakken? Een quotum? Alleen goede muzikanten behouden? Wil je dat? Kan dat? Wat vind jij?

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten